De verhaallijn
Tijdens les 1,
wanneer ik net wil starten met de wereldorientatieles komt de directeur binnen
met een brief. De brief is gericht aan de leerlingen van groep 7. Ik vraag een
van de leerlingen om de brief te openen en vraag van wie de brief afkomstig is.
Het is een brief van DOS (Doetinchemse Ontwikkelingssamenwerking). Ik laat een
leerling de brief voorlezen. Hierin staat dat de leerlingen worden uitgenodigd
om mee te doen aan een wandeltocht waarbij ze 6 kilometer moeten lopen met 6
liter water. Het is een soort sponsorwandeling om de leerlingen te laten
ervaren hoe het is elke dag 6 kilometer te lopen met 6 liter water. Net als
kinderen in Nicaragua.
Wanneer de brief is voorgelezen laat ik de leerlingen vragen bedenken bij deze brief en vooral gericht op Nicaragua. Hierbij moet gedacht worden aan vragen als: Waar ligt Nicaragua, waarom moeten die kinderen zo ver lopen, is het een arm land, gaan kinderen daar naar school, welk landschap kent Nicaragua, wat is en doet DOS?
Tijdens les 2 wordt duidelijk dat de leerlingen worden uitgenodigd door een kunstenaar uit Nicaragua om met hem een muurschildering te maken. Hij zal toch naar Nederland komen om het geld op te halen van de sponsortocht. Hij zou het dan leuk vinden om bij hen op school te komen en daar eens rond te kijken. Hier begint een nieuwe episode. De leerlingen willen hem natuurlijk wel laten zien dat ze onderzoek hebben gedaan naar zijn land. Ik stel voor om een museum te maken voor hem, aangezien hij zelf ook kunstenaar is en zich daar wel zal thuisvoelen. We bekijken wat er allemaal thuis hoort in het museum en wat we daarvoor nodig hebben. Tijdens deze les komen uit elk groepje leerlingen bij elkaar die samen een brief terugschrijven. Zij onderzoeken daarbij welke taal er wordt gesproken in Nicaragua en verwerken enkele spaanse woorden in de brief. De brief wordt (zogenaamd) opgestuurd naar de kunstenaar. De overige leerlingen verdelen de taken. Twee leerlingen gaan informatie opzoeken om de onderzoeksvraag te beantwoorden, de andere maken een kunstwerk voor in het museum. Alle informatie wordt achterin de klas verzameld op het wandfries.
Tijdens les 3 werken de leerlingen aan het beantwoorden van hun onderzoeksvraag en aan het maken van een kunstwerk voor in het museum. De rollen zijn nu omgedraaid. De leerling die de vorige les een brief heeft geschreven sluit zich aan bij zijn eigen groepje en helpt waar nodig.
Tijdens les 4 creeren de leerlingen het museum in de klas. Aan de hand van een filmpje wordt duidelijk dat er verschillende taken en rollen zijn in het musuem. De leerlingen verdelen de rollen en leiden andere rond in hun museum. Ook opa’s oma’s moeders vaders broertjes en zusjes kunnen worden uitgenodigd. Zij kunnen dit ook bekijken tijdens de inloop. De leerlingen vertellen elkaar wat zij nu weten over hun onderwerp.
Vervolg
Twee weken na het afronden van het project lopen de leerlingen de sponsortocht ‘Wandelen voor Water’. Twee weken hierna komt de kunstenaar samen met andere kunstenaars naar Doetinchem en maakt met de leerlingen samen een muurschildering in speeltuin ‘Shoneveld’, gelegen in de wijk van de school.
Wanneer de brief is voorgelezen laat ik de leerlingen vragen bedenken bij deze brief en vooral gericht op Nicaragua. Hierbij moet gedacht worden aan vragen als: Waar ligt Nicaragua, waarom moeten die kinderen zo ver lopen, is het een arm land, gaan kinderen daar naar school, welk landschap kent Nicaragua, wat is en doet DOS?
Tijdens les 2 wordt duidelijk dat de leerlingen worden uitgenodigd door een kunstenaar uit Nicaragua om met hem een muurschildering te maken. Hij zal toch naar Nederland komen om het geld op te halen van de sponsortocht. Hij zou het dan leuk vinden om bij hen op school te komen en daar eens rond te kijken. Hier begint een nieuwe episode. De leerlingen willen hem natuurlijk wel laten zien dat ze onderzoek hebben gedaan naar zijn land. Ik stel voor om een museum te maken voor hem, aangezien hij zelf ook kunstenaar is en zich daar wel zal thuisvoelen. We bekijken wat er allemaal thuis hoort in het museum en wat we daarvoor nodig hebben. Tijdens deze les komen uit elk groepje leerlingen bij elkaar die samen een brief terugschrijven. Zij onderzoeken daarbij welke taal er wordt gesproken in Nicaragua en verwerken enkele spaanse woorden in de brief. De brief wordt (zogenaamd) opgestuurd naar de kunstenaar. De overige leerlingen verdelen de taken. Twee leerlingen gaan informatie opzoeken om de onderzoeksvraag te beantwoorden, de andere maken een kunstwerk voor in het museum. Alle informatie wordt achterin de klas verzameld op het wandfries.
Tijdens les 3 werken de leerlingen aan het beantwoorden van hun onderzoeksvraag en aan het maken van een kunstwerk voor in het museum. De rollen zijn nu omgedraaid. De leerling die de vorige les een brief heeft geschreven sluit zich aan bij zijn eigen groepje en helpt waar nodig.
Tijdens les 4 creeren de leerlingen het museum in de klas. Aan de hand van een filmpje wordt duidelijk dat er verschillende taken en rollen zijn in het musuem. De leerlingen verdelen de rollen en leiden andere rond in hun museum. Ook opa’s oma’s moeders vaders broertjes en zusjes kunnen worden uitgenodigd. Zij kunnen dit ook bekijken tijdens de inloop. De leerlingen vertellen elkaar wat zij nu weten over hun onderwerp.
Vervolg
Twee weken na het afronden van het project lopen de leerlingen de sponsortocht ‘Wandelen voor Water’. Twee weken hierna komt de kunstenaar samen met andere kunstenaars naar Doetinchem en maakt met de leerlingen samen een muurschildering in speeltuin ‘Shoneveld’, gelegen in de wijk van de school.